Gastblogs

Het is een fase, I know. Maar mag ik ook zelf achter het behang kruipen?

“Het is een fase, het is een fase, het is een fase, het is een fase, het is een fase”. Ik zit met mijn armen om mijn opgetrokken knieën op de vloer van de – met speelgoed bezaaide – woonkamer en dreun met de handen over mijn oren en mijn ogen dicht mijn mantra op. “Nu pas snap ik het concept van verstoppertje”, bedenk ik me en bij de zoveelste gierende uithaal van Fender wil ik wel zelf achter het behang kruipen in plaats van mijn koter erachter te plakken. Graag zelfs, geheel vrijwillig, zolang dat snerpende gekrijs maar stopt. Door mijn mantra heen suizen mijn oren van zijn schelle stemmetje terwijl ik met een diepe zucht besluit dat ik de buren – na de afgelopen dagen een overkill aan gekrijs – toch maar even een appje stuur met verontschuldigingen: Fender heeft (weer) *kuch* meer dan eens een driftbui(tje).

Voordat ik zwanger werd had ik al een donker (zeg maar gerust diepzwart) vermoeden dat ons kind niet écht het stereotype “makkelijk” of “relaxed” zou gaan zijn. Je weet wel, van die über zen babies en kinderen die je overal mee naar toe kan nemen, nergens van onder de indruk zijn en wherever, whenever, lekker hun oogjes dicht doen wanneer ze – zoals het relaxte kiddos betaamd – voelen dat het tijd is voor een schoonheidsslaapje. Heerlijk, terwijl papa en mama gezellig met vrienden zitten te borrelen in een hip caféetje of nog “heeeel even want het is zo gezellig”, blijven plakken op een bruiloft terwijl hun koter lekker ligt te kirren in de kinderwagen en zich al vier uur vermaakt met een lullig knisperboekje.

Nee, het stond al in steen gebeiteld, in hout gekerfd en de sterren geschreven; het was – no way – genetisch on-mo-gelijk dat wij een zen baby zouden krijgen. Ondanks deze zelfkennis, valt het mij bij vlagen toch vies tegen om alsnog rustig te blijven wanneer Fender zijn inner beast toont en al hoofdbonkend zichzelf een bloedlip bezorgt. Alles hebben we al geprobeerd: liefdevol troosten en knuffelen, op ooghoogte toespreken, hem af laten koelen op zijn kamertje, benoemen hoe hij zich waarschijnlijk voelt of wat er is voorgevallen, op strenge toon toespreken en het ongewenste gedrag negeren. Dat laatste, daar zijn we nu aanbeland en echt werken doet het nog niet maar ja, je probeert alles om maar tot een oplossing te komen. Oh en zelf terug schreeuwen, ik durf het haast niet toe te geven maar het gebeurde voordat ik er erg in had. En nee, naast dat ik er achteraf behoorlijk veel spijt van had, maakte het op mijn zoon absoluut géén indruk.

Toch vraag ik mij wel af of er überhaupt een oplossing moet komen voor Fender zijn woede uitbarstingen en of wij stiekem niet iets willen bestrijden wat er simpelweg gewoon uit moet. Het ventje kan immers nog niet praten, zit in een mega vermoeiende fase met zoveel nieuwe ervaringen en situaties, groeit fysiek ook als een tierelier en is misschien in zijn koppie al wel veel verder dan dat hij zich in taal kan uitdrukken. Ik bedoel, ben je ooit eens uitzinnig geweest van woede, wou je je verhaal doen aan iemand en had je maar 4 woorden tot je beschikking? Zeg nou zelf, dat bekt toch ook niet lekker?!

In dit artikel kunnen affiliate linkjes voorkomen. Wij ontvangen een kleine commissie wanneer je doorklikt via zo'n linkje en een aankoop doet. Dit kost jou niets extra, de verkopende partij neemt deze commissie voor zijn rekening. Blij met de informatie die je op onze website gevonden hebt? Dan zijn we dankbaar wanneer je je aankoop doet via een van deze linkjes. Veel leesplezier!
Back to top button