Gastblogs

Kleine meisjes worden groot. Veel te snel!

Ik ben al heel groot, ik kan al heel goed tellen, een, twee, drie, vier, vijf, negen, tien, elf, dertien.

Verliefd kijk ik haar aan, mijn mooie meisje in haar pyjama-met-voeten, tandenborstel in haar hand. In mei wordt ze drie. Ze wil zo graag groot zijn, want dan mag ik prikwater toch? En voorin de auto zitten en koffie drinken? En als ik vier ben, ga ik naar school. Tegelijkertijd wil ze ook klein blijven, bang voor de grote wereld waar ze het ineens alleen moet doen. Ik blijf altijd jouw kleine meisje toch mama, ook als ik groot ben?, vraagt ze, terwijl ze zich als een zeester aan me vastklampt. Ik snuffel aan haar haartjes en pak haar nog iets steviger vast.

Mijn god, wat is ze prachtig

Ze danst, zingt, huppelt door het leven. Soms is ze boos, heel boos en kan ze dat alleen maar op een stoute manier uiten, zodat ik het te verduren krijg. Ze is zó lief, voor mij, haar papa, haar popjes. Ze kletst, heel de dag, tegen alles. Tegen haar buikje om te overleggen of ze nog honger heeft of een plas moet doen. Tegen haar Dikkie, want dat is haar grootste vriend. Tegen haar speentjes, want “hier woon ik, met mijn papa en mijn mama en mijn speentjes”. Probeer dan nog maar eens opvoedkundig verantwoord de speen af te bouwen!

De dagen met haar zijn een aaneenschakeling van lief en stout, druk rondrennen en rustig spelen, gierend lachen om haar eigen grapjes, van stampvoetend door het huis en uithuilen in mijn armen: één grote achtbaan. Heel herkenbaar voor haar hypergevoelige moeder maar soms, als we beiden op een ander moment in de achtbaan stappen, botst het ook gigantisch. Afschuwelijk vinden we dat vervolgens en ik ben dan ook altijd weer snel de liefste van heeeeeel de Tovertuin en zij mijn allerliefste kindje. We houden van elkaar tot aan de maan en weer terug en een blokje om. Aan dat blokje om gaven we allebei een eigen invulling ontdekte ik onlangs: ik een wandeling hier door de wijk, zij een toren van blokken. Niets zo leuk als die omgooien, dus logisch dat dat in het ikhouvanjou verhaal wordt bedoeld, toch?

Voor altijd mijn kleine meisje

Over twee maanden wordt ze drie. Hoewel ik uitkijk naar de tijd dat ze wat groter is en daardoor wat zelfstandiger, weet ik nu ook al dat ik het kleine en aanhankelijke enorm ga missen. Wanneer wordt ze te groot voor boekjes lezen op schoot voor het slapengaan? Voor bij mij wegkruipen als Buurman & Buurman ineens op tv verschijnen (doodeng, aldus de peuter)? Alleen haar mama willen bij verdriet? Voor samen zelfverzonnen liedjes zingen (“Maerle laat heel veel scheetjes” en “Dansen net zoals de Fransen” zijn echte toppers hier in huis) en samen knuffeldansen (zij staand op de commode, met haar mollige armpjes strak om mijn nek, bij voorkeur lekker bloot in haar pampertje)?

Ik blijf altijd jouw kleine meisje toch mama, ook als ik groot ben?

Ja lieverd, altijd, ook als je groot bent.

*Uitgelichte foto via Shutterstock

In dit artikel kunnen affiliate linkjes voorkomen. Wij ontvangen een kleine commissie wanneer je doorklikt via zo'n linkje en een aankoop doet. Dit kost jou niets extra, de verkopende partij neemt deze commissie voor zijn rekening. Blij met de informatie die je op onze website gevonden hebt? Dan zijn we dankbaar wanneer je je aankoop doet via een van deze linkjes. Veel leesplezier!
Back to top button